Dina Wagemakers-Hamers begon in de jaren twintig van de vorige eeuw met het breien van kousen. In die tijd waren zwarte priesterkousen in. Regelmatig kreeg zij de vraag of zij ook wol, garen en dergelijke kon leveren. Dat was eigenlijk het begin van de winkel in manufacturen, die twee generaties lang aan de Julianastraat in Rijen te vinden was.
In mei 1926 kochten Bart en Dina Wagemakers-Hamers een woonhuis in de Julianastraat 94 in Rijen. Omdat er vraag naar was, stalde Dina in 1936 in de voorkamer haar garens en wol uit. Omdat de klanten haar wisten te vinden, bleef het assortiment zich uitbreiden. Met de nodige problemen natuurlijk tijdens de oorlog, toen er overal schaarste heerste.
Ad, de zoon van Bart en Dina had intussen zijn opleiding tot meesterschilder afgerond. In 1947 trouwde hij met Nellie. Het jonge paar trok in bij zijn ouders en Ad startte een schildersbedrijf. Nellie runde samen met haar schoonmoeder de winkel. Met daarin kleinvakartikelen (wol,breinaalden, garens, knopen, ritssluitingen), lingerie (nachthemden, ondergoed), kousen, nylons, lakens, slopen, dekens, damestruitjes, baddoeken en handdoeken. En naast het manufacturenassortiment waren er ook nog de schildersartikelen als verf, kwasten, behang en glas.
Goed perspectief
Begin vijftiger jaren verrees aan de overzijde van de Julianastraat de zogenaamde ‘militaire wijk’. Maar liefst 180 woningen werden er gebouwd met over het algemeen jonge gezinnen. Dat bood de kleine buurtwinkel een goed perspectief; op korte afstand zaten ook nog een kruidenier en een bakker. De winkel werd tweemaal – in 1954 en in 1966 – verbouwd. In de zestiger en zeventiger jaren hielpen twee dochters hun moeder Nellie in de winkel. Medio tachtiger jaren sloot Nellie de zaak. Bij gebrek aan een opvolger was Ad al eerder met zijn schildersbedrijf gestopt. De winkel werd omgebouwd tot woonhuis. Moeder Dina heeft nog een paar jaar beneden in de omgebouwde winkel gewoond. In 1988 verhuisde ze naar het verzorgingshuis in Gilze. Ze is ruim honderd jaar geworden.
Van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat
Bert Wagemakers, zoon van Ad en Nellie kan zich nog van alles over de winkel herinneren. “Bij ons stond alles in het teken van de winkel en de schilderswerkzaamheden. Van maandag tot en met zaterdag was het werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. ’s Zondags was voor het gezin. Als kinderen werden we hierbij al vroeg ingeschakeld. In het voorjaar moesten we de zogenaamde behangboekjes deur voor deur in Rijen rondbrengen. Na afloop kregen we dan bij Van Tiel of in de nieuwe cafetaria van bakker Wagemakers een frietje. Was het vakantietijd dan werden we vroeg uit ons bed gelicht. Na het ontbijt werden we voorzien van een fles thee en een pak brood om samen met vader en het personeel richting bouwprojecten te gaan. De meest vervelende klussen waren dan voor ons. We waren tenslotte de goedkoopste krachten. Kwamen we ’s avonds thuis, dan konden we weer aan de slag. Overdag waren er klanten geweest die behang, een plaktafel of glas hadden besteld en dit graag thuisbezorgd wilden hebben. We deden dat allemaal op de fiets. Met een beetje geluk kwam het allemaal heel bij de klant aan. Die vakanties waren niet altijd makkelijk als kind. Vooral omdat je vrienden op Surea lagen. Maar was het bouwvakvakantie (in de zestiger jaren duurde die één week) dan gingen we met de auto dagtrips in Nederland maken.”
Opheffingsuitverkoop medio jaren tachtig
MvH 2008
Terug naar: Winkeltjes, wie kent ze niet?