Op de tentoonstelling Onze jongens in de Oost was ook het Stoottroeperslied te lezen, dat Peer Ansems op papier heeft gezet.
Wijze: ‘De machtigste koning van storm en van wind’
De machtigste hap van Sumatra’s zuidkust,
zijn de jongens van 7 RS.
Zij lopen in oetan of liggen in rust,
in een kampong of wat voor een nest.
Van Palembang tot Soebang van Lahat tot Prab,
zijn de stoters berucht en bekend.
Ja, wij zijn het stotersbataljon,
de schrik van het hele regiment.
Refrein:
Tiralala, tiralala, tiralala, tiralala hoi hoi.
Ja, wij zijn het stotersbataljon,
het mooiste dat ooit heeft bestaan.
Wij lagen in Oirschot, we lagen in Vught,
ook weleens op de Gelderse hei.
Nu eens met geweer en dan met een bren,
ook weleens met een zij aan je zij.
Maar dan kwam de wacht en je schrok je dan rot,
want je weekend was mooi naar de maan.
Ja, zo is het stotersbataljon,
het mooiste wat ooit heeft bestaan.
Refrein
We voeren langs Aden en Kaap Finisterre,
en we kwamen in Indië aan.
Daar kreeg je gelijk een geweer op je nek,
en je kon mooi je wachtje gaan staan.
Maar van s’morgens vroeg tot s’avonds laat,
eet je nasi en drink je maar thee.
Ja, zo leeft ons stotersbataljon,
in de rimboe zo ver over zee.
Refrein
Doch eens komt de tijd van ons eindelijk vertrek,
en dan stappen we weer op de boot.
Er wordt weer gemopperd, er wordt gevloekt,
maar een ieder die houdt zich toch groot.
Straks als Jan – Soldaat weer zijn kloffie aan heeft,
ja, dan wordt hij misschien weer erkend.
Ja, zo was ons stotersbataljon,
het beste van het hele regiment.
Refrein
Terug naar ‘Onze jongens in de Oost’