Bevrijding van Meijel
Hans Jansen trok verder met de Amerikanen mee. Hij nam als lid van de 7-de Amerikaanse Pantserdivisie in patrouilles deel aan verkenningen in de drassige Peelgronden. Daarbij ontdekten ze op een zeker moment in Nederweert bij de driesprong van de Zuid-Willemsvaart, het kanaal Wessem- Nederweert en de Noordervaart een verlaten hotel. In dat hotel brachten ze de nacht door. De betreffende patrouille bestond uit 25 man. In het hotel ontdekten de soldaten een goed gevulde voorraadkelder waar rijkelijk jenever en gin aanwezig waren. Bovendien trof men een voorraad goede Hollandse sigaren aan. De patrouille deed zich tegoed aan deze vondsten en trok de volgende dag verder in een enigszins benevelde toestand, afgeladen met sterke drank en sigaren. De aandacht voor de Duitsers en de last van de vermoeidheid werden schijnbaar wat onderdrukt. De opdracht van de patrouille was om via Ospel door te stoten naar Meijel en daar de posities van de Duitsers te verkennen. De hoofdmacht van de Pantserdivisie hield zich op de achtergrond om later te kunnen toeslaan. De patrouille, wellicht wat overmoedig, wilde zelf de klus klaren en niet de eer van de bevrijding van Meijel aan de achtergebleven troepen overlaten. Bij het naderen van Meijel werden nergens Duitsers waargenomen en men kon zonder tegenstand het dorp binnen wandelen en bevrijden. De inwoners van Meijel hadden al wat voorbereidend werk verricht voor een Engelstalige ontvangst van hun bevrijders. Zij waren dan ook zeer verrast toen bleek dat zich onder hen een Nederlands sprekende soldaat bevond. Deze soldaat, die zelfs perfect Venloos sprak, was Hans Jansen. Die wilde na de bevrijding van dit Peeldorp het liefst met de Divisie naar Venlo optrekken en als bevrijder van zijn geboorteplaats over de Maasbrug de stad binnenrijden. Dit kwam er echter niet van, omdat het Amerikaanse opperbevel de eenheid van Hans naar elders stuurde. Zijn ouders in Venlo waren intussen toch geïnformeerd over de tijdelijke aanwezigheid van Hans in hun omgeving. Dat was het gevolg van ontmoetingen van Meijelse jongeren met mensen uit Venlo. Deze jongeren waren door de Duitsers, die Meijel toch nog weer heroverd hadden, naar de Martinusschool in Venlo overgebracht. Dat was hun straf, omdat zij zich te actief met verzetswerk hadden beziggehouden. In dezelfde school zaten ook een aantal Venlose slagers vast. Deze slagers hadden van de bezetters de opdracht gekregen om al het vee, dat de Duitsers in de omgeving bij elkaar geroofd hadden, te slachten. De slagers hadden hun opdracht opzettelijk zeer slordig uitgevoerd en bovendien veel vlees achter gehouden voor de eigen bevolking. De Duitsers waren woest om deze verzetsdaad en dreigde de slagers te fusilleren. De vrouwen van de slagers kregen toestemming om hun mannen nog te bezoeken in de Martinusschool en daar hoorden zij de verhalen over de bevrijding van Meijel door onder anderen Hans Jansen. Deze vrouwen brachten het nieuws over aan de ouders van Hans. Die hadden hun zoon niet meer gezien sinds zijn vertrek naar Groningen en zij waren ook niet op de hoogte van zijn omzwervingen. Na de strijd in de Peel verhuisde de Amerikaanse Divisie naar Eckelrade bij Maastricht. Er werd een korte onderbreking van de gevechten ingelast. De Amerikanen ontspanden zich onder andere in Kerkrade in kroegen en bordelen. In die tijd ontmoette een kennis van de vader van Hans in Maastricht een hoge marineofficier, de Commander Drost, en via die contacten werd Hans aangeraden om toe te treden tot de Nederlandse Marine. Drost sprak daarover met de bevelvoerder van de eenheid van Hans, de Colonel Rhea, en vertelde hem dat Hans in Engeland een officiersopleiding zou kunnen volgen voor de Nederlandse Marine. Hans voelde daar wel voor en hij werd naar Brussel gebracht waar hij, na de nodige informatie gekregen te hebben, tekende voor de Marine. Bij een volgend bezoek aan Brussel bleek echter dat de bedoelde marineopleiding was gestopt. Hans heeft daar in Brussel nog zeer doortastend moeten optreden om zich bij deze aangelegenheid toegang tot bevoegde hoge officieren te verschaffen. Hij was erg boos om de ontstane situatie en hij voelde zich bedrogen. Hans is direct liftend terug gereisd naar zijn eenheid bij Maastricht en meldde zich weer bij Col.Rhea. Deze vroeg hem om zich weer aan te sluiten bij de Amerikaanse Divisie. Kort daarna vertrok de eenheid naar het plaatsje Setterich bij Aken.
Naar de tankslag in de Ardennen
Vanaf deze plaats werd de 7-de Pantserdivisie in allerijl naar de Ardennen gestuurd om de dreigende doorbraak van de Duitsers tot staan te brengen. De Divisie werd inmiddels ook wel de “spookbrigade”genoemd, omdat ze vaak onverwacht op de vreemdste plaatsen opdook. Hans kwam in de omgeving van St.Vith terecht, waar de Amerikanen enkele dagen voor Kerst 1944 zware verliezen leden bij de “battle of the bulge”, de grote “Tankslag om de Ardennen”. Hans overleefde deze gevechten, maar met de Amerikanen werd hij terug geslagen naar Vielsalm waar een nieuwe verdedigingslinie werd opgezet. Hiervoor waren slechts de 70 manschappen beschikbaar die er van zijn ongeveer 700 strijdmakkers waren overgebleven. Het tekort aan soldaten was zo groot dat iedereen moest meevechten tot zelfs de koks die tot dan steeds in hun keukens aan het werk waren gebleven.
{cms_selflink page=’hans-jansen-vocht-met-de-amerikanen-mee-vervolg-3′ text=’Hans Jansen vocht met de Amerikanen mee (vervolg 3)’}