Vliegeniers van het eerste uur
Ze wist nog dat Harrie de Zwart (sergeant) en Toontje Burgers (sergeant-majoor) op de Vlieghei werkten. Ze kwamen regelmatig op de koffie in hun café.
Ook kon ze zich nog verschillende vliegeniers van het eerste uur herinneren, Van Meel, Bakker, Duimelaar, Versteeg, V/d Hoop en Dellaert. De leerlingen moesten het vliegen in een Koolhoven dubbeldekker leren. De meeste vliegtuigen stegen op richting Rijen.
De vliegeniers kwamen altijd gebakken eieren bij hen eten. “Vast tarief, als we een vliegtuig aan hoorden komen riep ons moeder: ‘Ga maar eens hout en mastappels halen’. Er moesten dan eieren gebakken worden,”aldus Lisa.
Haar vader Janus van den Boogaart was een komiek, hij hielp wel eens een propeller van een vliegtuig aanslaan. Als de propeller terugsloeg, moest je zorgen dat je wegkwam. Op een keer begon een vliegtuig te rijden op het moment dat de motor aansloeg. Vader liet zich snel op de staart van het vliegtuig vallen. De vliegenier pakte vader bij zijn benen en kroop toen over hem heen naar het contact, om dat af te zetten.
Lisa: “Er kwamen ook vliegeniers van Soesterberg. Ze maakten bij ons een tussenstop om te tanken en om iets te eten of drinken en gingen dan weer verder.”
Tussen de twee hangars stond een kleiner gebouwtje. ‘s Nachts verbleven hier de marechaussees, altijd uit Tilburg nooit uit Breda. Een zo’n marechaussee heette Grotenhuis.
De ouders van Lisa (Janus en Louise) hadden een propeller van een Fokker F III van iemand van de Vlieghei gekregen. Deze Fokker F III (KLM) was regelmatig op de vlieghei te zien.
De propeller hing in het café, samen met een foto van het betreffende KLM vliegtuig. Harrie, de zoon van Lisa, kreeg de propeller in zijn bezit en was er heel zuinig op. In 1928 nam Jac Tuijtelaars het café over.
U kunt naar het volgende artikel ‘Niet teruggekeerd’ of terug ‘100 jaar vliegbasis Gilze-Rijen’