Bij het Commando Luchtvaart Opleidingen op Gilze-Rijen begint in 1946 de opleiding van waarnemers met gecamoufleerde en later geel geverfde Avro Ansons. Op 29 mei 1947, een dag met mooi en zonnig weer, stijgen rond 13.00 uur twee van deze tweemotorige vliegtuigen met de registraties D 21 en D 22 op voor een navigatievlucht boven West-Duitsland. De toestellen keren na zo’n 3,5 uur terug en melden zich voor de landing. Wat er dan gebeurt zal de geschiedenis van de Nederlandse luchtmacht ingaan als de grootste ramp ooit.
de Ansons raakten elkaar en stortten naar beneden
Waarschijnlijk gaat er bij het binnenvliegen van het landingscircuit op zo’n vier kilometer van de thuisbasis technisch iets fout. De ene Anson raakt de andere en dit heeft tot gevolg dat beide toestellen neerstorten tussen de spoorlijn en het Wilhelminakanaal nabij de boerderij Lange Hoeven op de grens van de gemeenten Gilze en Rijen en Tilburg.
Alle vliegers uit beide vliegtuigen, twaalf in getal, vinden daarbij de dood. Sergeant A. J. de Groot is een van hen en heeft nog steeds zijn laatste rustplaats op de R.K. begraafplaats in Gilze. Hij ligt begraven naast vliegers die tijdens de Tweede Wereldoorlog boven Gilze-Rijen werden neergeschoten.
U kunt naar het volgende artikel ‘Een vrij Gilze-Rijen‘ of terug naar ‘100 jaar vliegbasis Gilze-Rijen’