Ter compensatie van de geleden verliezen en de vele verloven, kwamen er tijdens de Tweede Wereldoorlog steeds nieuwe vliegtuigbemanningen op het vliegveld aan. Maar ook al heb je op school leren vliegen of als radioman met je apparatuur leren omgaan, je zult moeten blijven oefenen. Je moet immers je taak blindelings kunnen uitvoeren. Want kom je in een luchtgevecht of een noodsituatie terecht, dan heb je geen tijd om op je gemak uit te zoeken waar knopje A of B zit. Dan gaat het om fracties van seconden en is om te overleven maar één handeling noodzakelijk. . .de goede. Ook omscholingsvluchten van het ene op het andere type vliegtuig waren aan de orde van de dag. Mogelijk is het voorgaande een reden van onderstaand ongeval.
 |
Deel van een wapenschild, afkomstig van de Ju 88 die zondagmiddag 21 september 1941 neerstort in de Chaamse bossen. Op het afgebeelde fragment is nog juist de kop en een geopende klauw van de adelaar te zien, die neerduikt op Engeland, dat als zwart silhouet is weergegeven. |
Goed mis
Op zondag 21 september 1941 vertrekt van Fliegerhorst Gilze Rijen een Ju 88 C2 met Werknr. 720 van het 3/NJG 2. De bemanning bestaat uit piloot Oblt. Gerhard Pajung, radioman Uffz. Franz Lindner en schutter Ogfr. Willy Gutt. Ze zijn al een tijdje onderweg als er wat fout gaat met een van de beide motoren. Oblt. Pajung besluit de vlucht af te breken en neemt koers op Gilze Rijen. Hoe dichter het vliegveld nadert, hoe moeilijker het kennelijk wordt om hoogte te houden. Want de kist zit, indraaiend voor zijn laatste bocht naar de baan, al erg laag. Vóór Oblt. Pajung het gladde beton kan bereiken, gaat het ineens goed mis. Waarom weten we niet maar de feiten laten zien dat de hoogte onvoldoende is om de reddende landingsbaan te halen. Het vliegtuig raakt de boomtoppen ongeveer 500 meter zuid-oostelijk van het Witgoor (Chaamse bos) en stort neer.