Gerrit Jacobs heeft zijn jeugdherinneringen opgetekend in een dorpskroniek. Voor het voorwoord hiervan klik dan ‘hier.’
Het Vliegveld
Inmiddels waren de Duitsers op de beide vliegvelden Molenheide en Nerhoven druk doende om de versperringen op te ruimen en de velden gereed te maken voor eigen gebruik. Al gauw landden er Duitse vliegtuigen. En een maand, nadat het Nederlandse leger had gecapituleerd, arriveerden in het dorp Duitse ingenieurs, die, naar later zou blijken, grootse plannen hadden met de beide vliegvelden, die de gemeente een heel ander aanzien zouden geven. Binnen vier maanden werd het vliegveld uitgebouwd tot een van de grootste vliegbases van West-Europa: Fliegerhorst Gilze-Rijen.
Om de grote groep Duitsers, die zo’n formidabele luchtmachtbasis met zich meebrengt, te kunnen herbergen, werden openbare gebouwen en particuliere huizen gevorderd. Zo verscheen op 23 oktober 1940 een Hauptmann met enkele officieren, begeleid door een ambtenaar van de gemeente bij de jongensschool aan de Raadhuisstraat met het bevel om binnen één dag het gebouw te ontruimen voor de zogenaamde wachtcompagnieën. De bovenmeester kon niet anders doen dan dit bevel opvolgen en binnen een dag werd de hele school ontruimd en werden de spullen voorlopig elders opgeslagen.
En Geret kon weer naar huis.
Maar niet voor lang want de bovenmeester ging direct op zoek naar alternatieve schoollokalen.
De meisjesschool schoot al direct te hulp door twee klassen van de bewaarschool ter beschikking te stellen.
En zo kon het gebeuren dat Geret weer terug in hetzelfde schoollokaal kwam waarin hij op de bewaarschool ook gezeten had. Eén klas verhuisde naar de zolder van een leegstaande looierij aan het Steenakkerplein. Meester Polanen had hier de vierde klas onder zijn hoede. Verder werd er een klas gehuisvest in het oude gemeentehuis aan de Nieuwstraat en een op de zolder van de sacristie.Tenslotte vonden nog jongens een plaats in de twee lokalen van het patronaatsgebouw.
Geret ging dus weer naar de bewaarschool maar dan naar de derde klas bij meester Kusters.Er was ook op school een andere meester Kusters maar dat was de bovenmeester. De meester waar Geret bij zat was erg streng.Hij was heel stipt en als je niet direct gehoorzaamde kon het wel eens gebeuren dat hij een zweepje pakte en je op je rug sloeg. Dat vond Geret heel gemeen en daarom mocht hij deze meester niet zo erg. Maar hij heeft er wel veel van geleerd want hij kon goed les geven.
Niet alleen de jongensschool werd door de Duitsers gevorderd. Ook in het pasgebouwde, prachtige raadhuis op Nerhoven, villa Mol, de pastorie, het patronaat en verschillende andere particuliere woningen zoals het huis van de heren Hoevenaars op de Tip, een groot huis dat zowel aan de Oranjestraat als aan de Ridderstraat grensde, werden Duitse soldaten gehuisvest.
Terug naar ‘Persoonlijke verhalen’