Sinds enige dagen ronkt vanaf de vroege avond vliegmachine na vliegmachine op het veld. Het zijn de Engelandvaarders – de Stuka’s, de Heinkels en de Messerschmitt’s. Grote schuiten die als zwarte reuzen in de avondlucht opklimmen. Kort ná middernacht gaat er weer een opstijgen. Het zucht en kraakt, het blaast en poeft – het kan moeilijk omhoog. Zie daar dondert het aan vanaf de heide. Het neemt plotseling een zwaai naar links en met oorverdovend rumoer en geplof valt het als een brandend laken ergens neer. Ik sta vóór ons huis en zie een geweldige helle vuurgloed ten hemel stijgen. Ontploffing volgt na ontploffing en vanaf ons gezien klaart een helle brandschijn, waaruit dikke wolken opstijgen, de lucht; ergens in de omtrek onzer fabriek.
Daar rinkelt de telefoon vanuit de post, ik weet dat de L.B. (luchtbescherming) op hun post zijn en verneem dat de fruittuinen van de heren H.Jacobs en W. van Wezel zijn weggemaaid, dat de huizen van Van Wezel en Koch eveneens zijn “ausradiert” en dat het monster zich geboord heeft in het geheel verwoeste tegenoverliggende café De Kronen van de heer Jan Vermeulen. Een vreselijke ramp, een geweldige ravage. De brandweren van Reijen, van Tilburg en Breda snellen ter assistentie, helaas er is geen water, waar steeds de voorraden der waterleiding door het kamp worden opgebruikt. Alles tezamen waren dertien mensenlevens te betreuren, waaronder zes Duitsers, vier uit de machine, één logé juist die avond gearriveerd en een schildwacht. Het huisgezin Van Wezel verloor ouders en vier kinderen – twee der familie Vermeulen zijn ten gevolge van deze ramp bezweken. Voor onze fabriek lagen onder andere vier grote onontplofte bommen (voor Londen bestemd) en door de neerstortende machine weggeworpen.
Het was een eerste groot ongeluk in de omtrek en de deelneming was algemeen.
De Duitse ploegen snelden te hulp, maar zorgden voor eigen landslui. Ze zagen ons niet eens staan. Ieder bleef met de hulpactie zoveel mogelijk op eigen terrein. De lijken werden naar het RK Gasthuis vervoerd en volgende dag had de beaarding plaats in een groot graf. R.I.P.
Meer over dit dagboek van Arnold Verster en andere inwoners van onze gemeente kunt u lezen in het boek: ‘In de greep van de meedogenloze – Gilze en Rijen in oorlogsdagboeken’.
Kijk hiervoor in de Webwinkel
Terug naar ‘Persoonlijke verhalen’