Op 7 mei worden onmiddellijk alle verloven ingetrokken en koortsachtig de laatste orders aan de troepen gegeven. Voorheen zijn er bij intrekking van de verloven bepaalde categorieën uitgezonderd geweest. De Commandant Luchtverdediging zendt op 7 mei tussen 14.00 en 16.00 uur vier dringende bevelen per telefoon of telex, waarbij het bevel voor alle bewakingstroepen met ingang van 8 mei de hoogste graad van strijdvaardigheid gelast vanaf één uur voor zonsopgang tot 09.00 uur. Daarna blijven alle automatische wapens doorlopend bezet in stelling. Alle vliegtuigen moeten onverwijld de verspreide opstelling innemen en de bomuitrusting moet worden aangebracht. Les- en oefenvluchten worden tot nader order gestaakt evenals nachtvluchten, terwijl alle vliegvelden volledig worden verduisterd.
Vanaf het vliegveld Gilze-Rijen wordt – ogenschijnlijk – nog normaal gevlogen. Dit zijn derhalve vluchten met verkenningsopdracht, patrouillevluchten, vluchten voor meteorologische waarneming, etc.. Op 9 mei omstreeks 16.30 uur landt er nog een Fokker CV met aan de vleugel een zwart-witte wimpel, onder normale omstandigheden een teken dat zo’n vliegtuig een verbindingsoefening met radio uitvoert. Overigens staan de vliegtuigen startklaar en gevechtsklaar verspreid langs de oostelijke en noordelijke rand van het veld, althans in de ochtenduren.
De meeste maatregelen vallen voor het publiek nauwelijks op of worden voor een of andere oefening aangezien. Velen geloven dat het wel weer zo’n vaart niet zal lopen omdat al enkele malen eerder de verloven zijn ingetrokken, zonder dat er iets is gebeurd. Slechts weinigen hebben het gevoel dat er werkelijk iets ernstigs kan gaan gebeuren. Het is hier en daar een enkeling die niet kan ontkomen aan een somber voorgevoel, een niet aflatende angst voor naderend onheil. Als op dinsdag 7 mei alle militairen die met verlof zijn, hetzij nog maar kort of sinds langere tijd (zakenverloven), plotseling terug moeten keren naar hun onderdeel ergens in Nederland, laat een Chaamse vogelliefhebber, een ware dierenvriend , de uitdrukkelijke boodschap achter zijn vogels los te laten als de oorlog mocht uitbreken. Hij acht in dat geval de kans klein dat hij nog terug zal keren. Zo eindigt ook de laatste dag van de toch al bescheiden gehouden Chaamse kermis in een gedrukte stemming. Het kan velen niet ontgaan dat de spanning toeneemt en bijna iedereen wordt wel geconfronteerd met een of andere maatregel die te denken geeft. Zo is er in Breda enige opwinding als op 7 mei de Kon. Militaire Academie nogal halsoverkop wordt geëvacueerd naar de Vesting Holland (Haarlem). Het marinepersoneel van de lichtingen ’27 en ’28 wordt deze dag onder de wapenen geroepen.
Het particuliere telefoonverkeer wordt ’s avonds en ’s nachts afgesloten in alle grensgebieden, ingaande 8 mei. Het vliegveld Soesterberg wordt vandaag ontruimd: werkplaatsen en Douglas SA vliegtuigen worden verplaatst naar de Vesting Holland. De grote autosnelwegen Den Haag- Rotterdam en Den Haag-Amsterdam, alsmede de autowegen Den Haag-Utrecht en Rotterdam-Gouda, worden inderhaast versperd tegen vliegtuiglandingen.
Op 9 mei waarschuwt de Commandant Vesting Holland de automobilisten de nodige voorzichtigheid te betrachten op de autosnelwegen in verband met de genomen militaire maatregelen. Spionnen melden nog dezelfde dag de versperring, wellicht via postduiven, naar Duitsland, waar het bericht enige consternatie verwekt bij de plannenmakers voor de strategische overval op de Vesting Holland. Majoor Sas, snel van deze consternatie op de hoogte gebracht, verwittigt daarvan meteen Den Haag, alwaar de ietwat voorbarige gevolgtrekking wordt gemaakt dat men door de wegversperringen en andere maatregelen de Duitse voornemens danig heeft gedwarsboomd. De voor 8 mei stellig verwachte overval blijft inderdaad uit, zij het om andere redenen. Hitier heeft de aanvalsdag nogmaals verschoven, deze keer op aandringen van Göring die voor zijn luchtoperaties gunstig vliegweer onontbeerlijk acht, hetgeen eindelijk voor de tiende mei wordt voorspeld. Regering en Opperbevel in Den Haag neigen tot een licht optimisme en hebben de valse indruk dat de crisis voorlopig is bezworen. De volledige intrekking van alle verloven wordt op 9 mei dientengevolge iets versoepeld terwijl de lesvluchten weer mogen doorgaan.
De meeste burgers zijn al gaan slapen, ieder met zijn eigen gedachten en plannen voor morgen, als de dag van 9 mei ten einde loopt. Over de vliegvelden en de stellingen van het Nederlandse leger is de nacht gevallen. Het is de derde nacht na nieuwe maan, koud en donker maar de hemel wordt helder. Wachtposten bij de vliegtuigen en hangars lopen op en neer om zich wat te verwarmen en niets vreemds verstoort hun rustige ritme. Alleen bij café Tuijtelaars, tegenover de hangars aan de overzijde van de weg brandt nog licht. Daar zijn enkele militairen aan een laatste partijtje biljart begonnen. Een van hen prijst zich gelukkig tot de zeer weinigen te behoren die morgen weer met verlof huiswaarts mogen gaan.
De dienstdoende officier op zijn commandopost in de noordelijke hangar heeft de radio doorlopend ingeschakeld, zoals bijna altijd het geval is. De laatste nieuwsberichten van het A.N.P. en vooral het weerbericht interesseren hem. Voor morgen de tiende mei luidt dit: “Helder tot half bewolkt, droog weer. Langs de Waddeneilanden en in Noord-Holland weinig verandering in temperatuur, in het overige gedeelte van het land vrij warm. Zwakke tot matige noordelijke tot oostelijke wind”. Hierna sluit de zender en blijft het een tijdlang stil. Op het Algemeen Hoofdkwartier in Den Haag echter beginnen met het voortschrijden van de nacht velerlei meldingen binnen te komen van posten aan de oostgrens, deels zeer verontrustend. Het betreft ongewone geluiden van vlak over de grens, startende motoren, korte bevelen, hondengeblaf . . . Dan vanaf 01.36 uur een opeenvolging van berichten van de Luchtwachtdienst, die meteen ook over de beide zenders van Hilversum worden doorgegeven alsook over de radiodistributienetten van de plaatselijke draadomroepen (op last van de regering zij n deze sedert het begin van de mobilisatie dag en nacht open moeten blijven). In Gilze wordt deze radiodistributie bediend en geleid vanuit de woning/winkel van de familie van den Braak aan de Nieuwstraat.
Precies om 02.55 uur klinkt een geheimzinnig signaal over de Duitse radiozenders, een overeengekomen teken ten behoeve van de operatie tegen het Belgische fort Eben Emael, zoals later blijkt. Bij het Nederlandse Opperbevel wekken al deze luchtwachtmeldingen aanvankelijk nog de indruk van een grootscheepse aanval op Engeland terwijl zij bij de Belgische autoriteiten aanleiding geven tot een zekere irritatie, zulks vanwege de paniek en verwarring die zij zouden zaaien. Reeds zeer spoedig, omstreeks 03.45 uur, komt het Belgische verzoek binnen om de uitzendingen te staken, een verzoek waaraan de Nederlandse regering niet kan voldoen. Het zal trouwens nog slechts een kwestie van weinige minuten zijn dat zowel de Belgen als wij daadwerkelijk worden aangevallen en óók voor België is dan de oorlog bittere ernst . . .
(uit Vijf jaar Luchtfront, zie ook onze ‘webwinkel’}
Terug naar: ‘Oorlogsjaar 1940’