De oude Molenheide, links van de rechte weg naar Rijen, was al sinds 1911 ‘het vliegkamp’. Heel de accommodatie bestond uit een tweetal loodsen en een paar strepen afgevlagd terrein. Daarenboven was rechts van diezelfde weg – iets dichter bij Gilze – het in aanleg zijnde, moderne gedraineerde vliegveld Nerhoven, groot 36 ha. Sinds enige maanden waren beide terreinen onder beheer der Kon. Nederlandse Leger Luchtvaart – wat betekende, dat er misschien ooit een tiental machines gestationeerd waren, plus een honderd man gronddienst-personeel! Het moderne veld was voor daling onbruikbaar gemaakt, door afdekking met een menigte cementringen. Zo kwam de beruchte 10 mei; ’s avonds tevoren was er in Gilze, vanwege de LBD een grote zeer druk bezochte bioscoopavond gegeven in het Verenigingsgebouw, met als onderwerp: ‘Moderne Luchtgevaren’.
(Om u een indruk te geven van de hierboven beschreven situatie kunt u kijken naar een film uit 1939: klik hier en u krijgt deze film via You Tube te zien; red.)
Dit schijngevecht werd onmiddellijk gevolgd door de werkelijkheid. Reeds om drie uur van de opvolgende nacht werd ons vliegkamp onder vuur genomen en uiteen-gedreven! De vijand vloog er in groten getale rond – wierp brandbommen en projectielen en mikte zo secuur, dat er juist vóór de diverse schilderhuizen een bom ontploft was! Het kamp was echter al een paar dagen vrijwel verlaten en de troepen waren ergens in Holland teruggetrokken.
Deze eerste aanval bleek alles wat er reilde en zeilde vernietigd te hebben! Toen op zaterdag 11 mei de Franse gemotoriseerde pantsers Gilze binnenstoven was er hier geen luchtmachtsoldaat meer te bespeuren. De tweede Duitse luchtaanval had plaats tussen 17:30 en 18:00 uur, daags voor Pinksteren en wierp meerdere bommen van groot formaat tussen het Gasthuis en de Alphenseweg. Waarna de Mof langs allerlei wegen de plaats binnendrong voornamelijk komend van Brakel en Riel. In tegenstelling met de Fransen, die zich intussen in de Chaamse bossen hadden teruggetrokken, was dit Germanenleger een macht in optima forma. Het trok dóór, dagenlang, ons negerend alsof er geen dorp of inwoner bestond. Bijna alles gemotoriseerd. Even op tweede Pinksterdag werd het spannend, toen er een Frans achtergebleven artilleriecaisson ontplofte, ergens langs de klinkert . Er werd direct verraad vermoed, en wonder boven wonder ontliepen wij het reeds vaardig gestelde (=opgestelde) wraakgericht. Van kerkdiensten kwam ondanks de Hoge Feestdagen niets, ieder hield zich schuil en vreesde.
Daags erop kwam er inkwartiering van Luchttroepen; er vestigde zich een Ortskommandantur enz, enz. Onze heide kwam als startplaats in gebruik en uit den mond van een bij mij ingekwartierd Dortmunds officiervlieger (die er zelf geweldig over ontdaan was) vernam ik een paar dagen later van het platbranden van Rotterdam!
Reeds zeer kort daarna installeerde er zich ook een ‘Bauleitung’ in de bovenzalen van ons prachtige nieuwe gemeentehuis ; leider Ing. Paulsen uit Crefeld. Dit lichaam heeft kans gezien in korten tijd tientallen miljoenen guldens te vermorsen – een vliegveld aan te leggen dat als een olievlek zich telkens verder en weer verder uitzette – boeren en burgers door allerlei confiscaties tot wanhoop te brengen en onze dorpen aan de dagelijkse gevaren ten prooi te stellen.
Direct werd Gilze beroofd van zijn enige goede verkeersweg, want reeds de eerste excravateur (=graafmachine) werd vlak naast de baan opgesteld en eer het augustus was, stonden slagbomen langs Noord en Zuid om verder gebruik te beletten.
De eerste particulieren die hier uit hun huis verdreven werden, waren de Gebr. Hoevenaars, Plein . Gemeubileerd en wel hadden zij hun woning ter beschikking te stellen! En zo begon de ellende voor maatschappij en individu, onmeedogend, hatelijk en steeds dreigender.
Meer over dit dagboek van Arnold Verster en andere inwoners van onze gemeente kunt u lezen in het boek: ‘In de greep van de meedogenloze – Gilze en Rijen in oorlogsdagboeken’.
Kijk hiervoor in de webwinkel
Terug naar: ‘Oorlogsjaar 1940’