En zo daagde 1941! Hoe lang zal de oorlog nog duren? Stiekem luisterde men naar de Engelse radio en naar radio Oranje en hierdoor was men algemeen overtuigd, dat de luchtslag boven Engeland door de moffen finaal verloren werd. Zelden hoorden wij hen nog zingen: “Wir fahren nach Engeland”.
Buiten de radio werd aan niets geloofd. Alle kranten waren opgeheven of omgeschakeld. Er had zich een politieke groep gevormd “De Unie” met een weekblad dat algemeen geprezen werd, maar ook dat alles moest eraan. Het gezelschapsleven verdorde en verdween, want het moest onder “cultuurkamers” en niemand wou daaraan meedoen.
De armenzorg zelfs moest verdwijnen en schuilgaan onder “winterhulp“. Men wist dat dit verboden terrein was voor elke goede vaderlander!
Van de gebruikelijke Nieuwjaarsserenade van onzer Harmonie kwam ook niets – wel werd er nog ooit gerepeteerd, was er zelfs met 2e kerstdag nog geconcerteerd – eigenlijk lag het zo hoogstaand gezelschap finaal stil.
De Duitse soldaten hadden hier het vet der aarde en de bonzen der partij leefden als vorsten. Toevallig was ik op 17 maart op het Rotterdams perron getuige van de doorreis van minister Goering. Juist stond onze trein op vertrek – toen het perron werd schoongeveegd en alles werd afgezet. Na zeer lang wachten schoof er een pantsertrein voorbij, met Goering aan het balkonraam. Meerdere grote spoorwagens vol afweer, voor en achter – luxerijtuigen in optima forma – restauratie en slaapwagens; talloze typistes en ‘grooms’ en bedienden.
Rond die tijd was ik tevens enige dagen in Antwerpen voor een erfeniszaak (verschrikkelijke ellende beleefd voor ik zover was). Daar zag ik hoe men het aanlegde om een stad te straffen! Naar aanleiding van een synagogenbrand moest eenieder ná zeven uur van de straat zijn, een order waaraan zeer streng de hand werd gehouden.
Nauwelijks waren de Duitsers begonnen met de aanleg van het villapark Langereit[1], toen op een zondagmorgen 3 uur tal van brandbommen boven deze buurtschap neerkwamen. Zonder het kamp te treffen. Wel werden de panden van Noijens met de grond gelijk gemaakt.
Voor de soldaten was er vaak afleiding, want de wagens van “Kraft durch Freude” kwamen regelmatig af met bioscoop en toneel. Dit Duits vermaak ging geheel langs Gilze om.
Totdat er regelmatig prachtconcerten van beste militaire corpsen gegeven werden, ’s zondags van 9 tot 10.30 uur en wel vlak naast de kerk. Juist onder de kerkdiensten. Onze bevolking heeft zich ongelooflijk goed gehouden. De mensen deden alsof ze geen muziek hoorden en onder de H.Mis was niemand ter plaatse terwijl het orgel tegen de klanken van buiten opbotste. Het heeft maar enige maanden geduurd en in verdere jaren hebben wij van generlei concert meer vernomen.
Begin dezes jaar werden meerdere beste burgers uit hun huizen gezet, zoals bijvoorbeeld de oude Mej. Mol en de gehele pastorie. Ze kregen enige uren tijd om te verhuizen!
De dertigste juni was er in Gilze een NSB-betoging; ca. 150 man uit naburige plaatsen kwam spreken en manifesteren voor de nieuwe orde; vooral op de Heuvel en door de voornaamste straten. Doodgebloed! In juli was er weer een andere warme actie, die der V. Victorie! Geklad en geschrijf op de wegen en openbare gebouwen zonder einde.
Door Engeland begonnen (en door Goebbels verder geëxploiteerd) heeft deze actie enige maanden van beroering en toch ook weer hilariteit veroorzaakt. Alsof de oorlog erdoor zou worden gewonnen!
Toen volgde de gedwongen inlevering van koperwerk en brons, waaraan matig werd voldaan, terwijl de grote hoeveelheden aan de grond werden toevertrouwd. In september werden wij opgebeurd door de gedurfde woorden die onze bisschoppen vanaf de kansel deden weergalmen, inzake de opheffing der land en tuinbouwbonden. Voor alles was men op zijn hoede. Angstig dat de Duitse Heemkunde, waardoor het Nationaal Socialisme velerlei wenste te bewijzen, ook hier zou worden geordonneerd. De besten onder ons trachten die beweging vóór te zijn en begonnen in deze richting op eigen houtje. De vereniging droeg de naam Meester Schrauwen – deze heeft nooit veel van zich laten horen.
En zo leefden wij verder terwijl telken dage nu voor de één dan voor de ander allerlei particuliere onaangenaamheden opdaagden; speciaal door de afname van akkers, bossen en gronden. En in de grote wereld bereidde Japan zich voor om onze bezetters nog een stevige hand te gaan reiken.
Meer over dit dagboek van Arnold Verster en andere inwoners van onze gemeente kunt u lezen in het boek: ‘In de greep van de meedogenloze – Gilze en Rijen in oorlogsdagboeken’.
Kijk hiervoor in de webwinkel
[1] Na de oorlog kreeg het de naam Kamp Prinsenbosch. Het is nu een asielzoekerscentrum (AZC)
Terug naar: ‘Oorlogsjaar 1941’