In de Broekstraat in Molenschot voltrok zich op 4 januari 1944 om 15.07 uur een drama. Een Duitse Dornier 217-bommenwerper stortte neer; het toestel was aangeschoten door een Engelse Typhoon-jager. De hele bemanning, vier jonge Duitsers, kwam hierbij om. A.J. van Oosterwijk woonde destijds in de Broekstraat in Molenschot en in het verlengde van de oost-west startbaan. Hij zag de Dornier van heel dichtbij neerstorten. Hij woont nu precies op de plaats (Broekstraat 86) waar het vliegtuig neerkwam. Daar vertelde hij ons op 20 augustus 1987:
‘Ik was die middag aan het ploegen op de Achterste Akker toen ik het luchtalarm van het vliegveld hoorde. Niet lang daarna begon ’t schieten, óók uit vliegtuigen in de lucht. Er was een luchtgevecht ... Ik liet de twee paarden staan en ik kroop gauw in de sloot. Toen kwam er een Duitser laag aanvliegen met een jager er achter. Er vlogen al stukken van het Duitse vliegtuig en toen ontplofte het, zo te zien nog vóór het de grond raakte. Korte tijd zag ik niets anders dan een ontzettend grote vuurbal. Die trok al gauw op en toen zag ik ons huis gelukkig nog staan. Het vliegtuig was net naast de boerderij gegaan. Ik ben toen zo gauw mogelijk met de paarden op huis aan gegaan over dat landweggetje en zodoende kwam ik vlak langs de wrakstukken. Die brandden nog een beetje en ze lagen over de hele weide verspreid en ook nog aan de andere kant van de Broekstraat en op de straat. Er lag een verminkt lichaam waar een voet en een arm af was. ... Vanuit het vliegveld kwamen de Duitsers erop af. De poort van het vliegveld was hier maar een paar honderd meter vandaan (Molenschotse Baan). Niemand mocht in de buurt komen, niemand mocht kijken, mijn vrouw moest binnen weg bij het raam. Ik alleen werd doorgelaten met mijn paarden, naar huis. Daar lag een dampende vliegtuigmotor nog geen twintig meter vóór onze schuilkelder. Ja, bijna alle mensen hier hadden een schuilkelder. De soldaten begonnen onmiddellijk de stoffelijke resten van de vliegers te zoeken en die werden weinig omzichtig op een vrachtwagen gegooid. Het hele terrein werd nu grondig afgezocht door enkele Duitsers. Die raapten hier en daar nog wat dingen op, munitie en zo, die zij in een auto meenamen. De volgende dag mochten wij weer buiten komen en de straat was niet meer afgezet. Na een paar dagen was alles opgeruimd en de Duitsers hebben de grond hier en daar wat omgespit. Jaren later ploegde ik daar af en toe nog stukjes vliegtuig naar boven. Toen ik enkele dagen na het ongeluk bezig was om de slootkant en de afrastering weer op te knappen, vond ik op de bodem van de sloot een mooie nieuwe revolver. Die is zeker van een van de vliegers geweest. Ik heb dat ding heel dik ingevet en in een trommel begraven in de karkooi (karrenschuur), wel een meter diep. Met de bevrijding wilde ik die revolver voor de dag halen, maar trommel en inhoud waren verdwenen. Behalve mijn vrouw wist slechts één persoon de bergplaats, dat was mijn knecht ….. ‘
Bron: Vijf jaar Luchtfront
Wilt u meer lezen over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Gilze en Rijen? Ga naar www.heemkringmolenheide.nl/tweede-wereldoorlog-gilze-rijen of bezoek onze Webwinkel