In de bossen in Rijen, tussen de spoorlijn en de Rijksweg, bouwden de Duitsers in 1941 een woonwijk die bekend kwam te staan als de Siedlung. In totaal kwamen er elf woningen. Ze waren van een versterkt type en werden daarom ook wel eens (onterecht) als bunkers of bunkerwoningen omschreven. Op een luchtfoto uit 1944 lijken de woningen rondom een soort pleintje te liggen.
Met welk doel deze woningen precies werden gebouwd is niet helemaal duidelijk. In sommige documenten van net na de oorlog leken ze bedoeld voor officieren, de zogenaamde officiersverblijven. Andere bronnen vermeldden dat ze voor Duits burgerpersoneel van het vliegveld en voor de zogenaamde Luftwaffehelferinnen waren. Laatstgenoemde vrouwen waren vaak vrijwilligsters, die de Duitse Luftwaffe (luchtmacht) in diverse functies inzette. Bij de verkeers- en gevechtsleiding bijvoorbeeld of als verpleegkundige of secretaresse.
Vlakbij de Siedlung, ter hoogte van Lederfabriek Noord-Brabant aan het begin van de huidige Julianastraat, trokken de Duitsers ook nog vier grote barakken op. Ook die dienden als onderkomen voor het personeel van het vliegveld.
Beschadigd
Maar net als veel andere gebouwen in de Tweede Wereldoorlog kwamen de woningen van de Siedlung niet ongeschonden uit de strijd. Ze waren allemaal beschadigd; van heel zwaar tot lichter. Direct na de oorlog kwamen ze in eigendom van de Sectie Oorlogsbuit van het Militair Gezag, later Bureau Oorlogsbuit genoemd. Vanwege de acute woningnood, veel huizen in de gemeente waren verwoest of beschadigd, kocht de gemeente het complex voor f 12.000,-. De ondergrond werd deels gekocht, deels onteigend.
Huurwoningen
Door provisorisch voorzieningen aan te brengen, maakte de gemeente de woningen geschikt voor Rijense gezinnen die geen dak meer boven hun hoofd hadden. Een deel van de woningen tenminste, want enkele waren te zwaar beschadigd. Maar in de praktijk bleken ze als noodwoning heel onpraktisch en veel te groot voor een gewoon gezin. Daarom splitste de gemeente in 1950 zo’n tien huizen en verbouwde ze. Op die manier werden 21 nieuwe woningen gecreëerd met een woonkamer, keuken en minstens drie slaapkamers. De gemeente verhuurde de woningen daarna jarenlang aan allerlei inwoners.
Sloop
Begin jaren ‘70 ontwikkelde de gemeente het bestemmingsplan ‘De Grote Spie’. Dit vanwege de bevolkingstoename en de stijgende behoefte aan nieuwe woningen die daar bij hoorde. In de nabijheid van de Siedlung tekenden de ontwerpers een bungalowpark in, ofwel koopwoningen uit het duurdere segment. In de Siedlung woonden op dat moment mensen met een relatief laag inkomen en daarom wilde het gemeentebestuur de huizen het liefst slopen. Het vreesde dat het nog te bouwen bungalowpark anders niet aantrekkelijk zou zijn en te weinig kopers zou trekken. Bovendien voldeden de in de oorlog gebouwde woningen niet meer aan de eisen van de tijd, vond de gemeente. Er ontspon zich een felle politieke en juridische strijd tussen de gemeente aan de ene kant en (deels) de politiek en bewoners aan de andere kant. Uiteindelijk delfden de bewoners het onderspit. De huur werd opgezegd en de bewoners kregen enkele jaren de tijd om te verhuizen. Uiteindelijk werden enkele woningen met hulp van de politie ontruimd. Terwijl de bewoners nog met hun huisraad op straat stonden, werden de woningen onder hun ogen gesloopt.
Gespaard gebleven
Er is tegenwoordig helaas nog maar één pand van de Siedlung over, namelijk Atalanta 76-78. Dit pand is gespaard gebleven, omdat het op grond stond die niet in eigendom van de gemeente was. Het pand stond begin 2018 te koop voor € 550.000 k.k.
Terug naar: Herinneringsroute