Weekblad van 96e naar 93e jaargang
Weekblad Gilze en Rijen heeft afgelopen januari de 96e jaargang ingezet. Tenminste, dat wil de voorpagina ons doen geloven. Maar bij de heemkring ging toch ineens een belletje rinkelen toen het aanstormende honderdjarig bestaan ter sprake kwam. Want het weekblad verscheen volgens de archieven in 1929 voor het eerst en een eenvoudig rekensommetje leert, dat je dan niet anders dan in de 93e jaargang kunt zitten. Ergens heeft iemand er toch wat jaartjes bijgesmokkeld…. En dat wil zeggen dat het eeuwfeest ietsje langer op zich laat wachten.
Ontdek je toevallig zo’n foutje, dan wil je ook weten, waar ging het mis? En dat betekent: de archieven in. Om daar meteen ook maar vast te stellen dat ’t krantje van nu – of ’t nou om 93 of 96 jaargangen gaat – best een bijzondere voorgeschiedenis heeft.
Gilze-Rijen Vooruit
‘Gilze-Rijen Vooruit’ was de naam van het weekblad, dat Rijenaar Nico Hobbelen halverwege 1929 voor het eerst van de drukpersen liet rollen. Hij gaf het blad de ondertitel ‘Officieel Weekorgaan ter behartiging der belangen van Gilze en Rijen c.a.’ mee. De nog jonge Hobbelen, hij was van 1906, was boekdrukker van beroep en net vanuit Dongen naar Rijen verhuisd om daar een drukkerij te beginnen. Hij zou in onze gemeente zo’n vijftig jaar lang het alleenrecht als weekbladuitgever hebben. Al was dat monopolie in de beginjaren nog even spannend, want in 1930 ontstond er onenigheid met Th. Bücker, zijn correspondent uit Gilze. En deze Bücker, bewoner van het landgoed “Altenae”, besloot zijn eigen blad, de ‘Gilze-Rijensche Courant’ uit te geven.
Dreigbrief Gilze-Rijensche Courant
Bücker verspreidde de courant de eerste maand gratis, in een oplage van achthonderd stuks. In hun strijd om abonnementen en advertenties te winnen en hun blad rendabel te houden, hadden de concurrenten geen goed woord voor elkaar over. Zo zegt Bücker in de eerste Gilze-Rijensche Courant van 23 augustus 1930, dat de strijdbijl begraven is en vraagt hij inwoners om hem te steunen in zijn ‘eerlijk pogen’ om ‘een goed leesbaar Katholiek krantje te maken’. Maar vertelt tussen neus en lippen nog wel even over zijn gang naar het ‘hoofd der Politie in onze gemeente den Heer Burgemeester’ om zijn beklag te doen over ‘den laffen en dreigenden dreigbrief’ die hij ontvangen heeft. De burgemeester gaf hem ‘de oprecht gemeende raad dat strijden te laten’. Een strijd die hij niet gewild had, aldus Bücker, ‘en dat kan men gezien de vroegere “makke” artikelen gerust aannemen’. Maar dat haalde allemaal niets uit; zijn courant was geen lang leven beschoren. De officiële gemeente- en kerkberichten kreeg hij niet, die zaten al bij Hobbelen, dus hielden de lezers vast aan hun abonnement op ‘Gilze-Rijen Vooruit!’. Ook in Gilze, waar het blad als ‘ ‘t Rijes kraantje’ door het leven ging. In 1935 werd het krantje omgedoopt tot Weekblad Gilze-Rijen en die naam zou het houden tot 1981, toen Uitgeverij EM de Jong het overnam. Die maakte er – klein verschil – Weekblad Gilze en Rijen van, naar de officiële naam van de gemeente.
Over naar Weekblad Gilze en Rijen en Uitgeverij De Jong
Ook aan die overname ging voor Hobbelen overigens een spannende periode vooraf. Want hij gaf zich niet zomaar gewonnen toen De Jong op 28 november 1979 voor het eerst het concurrerende ‘Nieuwsblad Gilze en Rijen’ uitgaf. Wat de aanleiding daarvoor was? Door de aanschaf van de eerste rotatiepers in 1978 kon Uitgeverij De Jong meer kranten drukken. Tot dan toe gaven ze alleen Ons Weekblad in Baarle-Nassau uit. 24 pagina’s kon de pers aan, gedrukt en gevouwen. Werk dat eerder een dag duurde, nam nu minder dan een uur in beslag. De Jong regelde contracten met andere drukkers die kranten in de regio uitgaven. De afspraak was dat hij in dat gebied geen eigen krant zou uitgeven. Maar met drukker Hobbelen in Rijen lukten die onderhandelingen niet. Dus kwam De Jong in onze gemeente met een eigen krant, die de inkomsten uit advertenties haalde en gratis huis aan huis werd verspreid. Volgens de redactie had onderzoek uitgewezen, dat Gilze en Rijen toe was aan ‘een nieuw, fris en modern opgezet nieuwsblad’. Het nieuwe blad wist ook meteen het officiële gemeentenieuws te brengen en had toezeggingen van stichtingen en verenigingen. Van de parochies – de kerkberichten – kreeg het nieuwe blad in het begin geen medewerking. Die hadden kennelijk nog niet zo’n vertrouwen in een krant die afhankelijk was van advertenties. Maar de formule sloeg aan en na elf maanden gingen ook de parochies overstag.
Langzaam maar zeker liepen de abonnementen van het weekblad van Hobbelen terug. En na een kleine vijftien maanden, op 11 februari 1981, kopte het 60e Nieuwsblad Gilze-Rijen: ‘Uitgeverij De Jong zet traditie van het Weekblad Gilze-Rijen voort’. Beide drukkers hadden elkaar dit keer wél weten te vinden. Een week later verscheen voor het eerst ‘Weekblad Gilze en Rijen’. Correspondent Nico van Esdonk bleef voor het blad schrijven.
Couppoging
Anno 2021 heeft Weekblad Gilze en Rijen nog altijd het monopolie in onze gemeente. Al heeft het voor die positie in 1995 nog wel een concurrent moeten pareren. In april van dat jaar kwam De Stem, de uitgever van Het Kanton, met – waar kennen we die naam van – het Nieuwsblad Gilze en Rijen uit. Als een soort van traditie moest De Jong nu op zijn beurt deze ‘coup‘ zien te pareren. Maar dat kostte niet zo heel veel moeite; na acht maanden, in december 1995, hield het Nieuwsblad op te bestaan.
Stuur-maar-in-formule
Al bijna honderd jaar oud brengt het weekblad nog steeds het nieuws uit de vier kernen en kunnen ook inwoners en verenigingen er hun berichten in kwijt. Behalve in de oorlogsjaren. Tussen 1940 en 1944 was er de perscensuur en vanwege de papierschaarste kreeg het weekblad vanaf 1942 minder papier toegewezen. In afgeslankte vorm was er alleen maar ruimte voor bekendmakingen van de overheid, berichten en advertenties.
In november 1944 verscheen het weekblad weer in alle vrijheid. Nico Hobbelen schreef aan zijn lezers: “Onze eerste begroeting aan U allen kan niet anders dan ‘n hartelijke gelukwens zijn, dat Gij de barre oorlogsdagen hebt mogen overleven. Vervolgens denken wij aan allen, die ons door ‘t oorlogsgeweld zijn ontrukt”.
Maar bladerend door al die andere jaargangen kom je toe aan het leukste deel van de weekbladgeschiedenis. Want dankzij de ‘stuur-maar-in-formule’ trekt er een stoet van opmerkelijke berichten en advertenties aan je voorbij. Zeker in die van tientallen jaren geleden valt je 21e eeuwse oog steeds op allerlei opvallende boodschappen en annonces, de een nog verrassender dan de ander. Je zou er een krantje mee kunnen vullen….
Vooruit!
Maar terug naar de hamvraag: die 96ste jaargang, waar ging het mis? Dat gebeurde bij de overgang naar een nieuw jaar blijkt uit de archieven. Liet december 1984 nog 57e jaargang zien, in januari 1985 verscheen 60e op de voorpagina. Waarschijnlijk een onschuldig foutje van ‘de zetter’, kwestie van het verkeerde cijfer invoeren. We moeten even drie stappen terug dus, willen we de geschiedenis geen geweld aandoen. Maar het goede nieuws is dat ‘t krantje, ook over zeven jaar, die honderd vast gaat halen. Recent nog werd bekend dat Uitgeverij De Jong de Tilburgse huis-aan-huiskrant Stadsnieuws overnam. En bij die gelegenheid liet directeur Stijn de Jong ons weten ‘nog steeds een heel goed gevoel bij het uitbrengen van een papieren krant’ te hebben, ondanks de steeds verder digitaliserende wereld. Dus volle kracht vooruit Weekblad Gilze en Rijen!
Tekst: Mariëlle van Hezewijk; Fotoredactie: Piet Weterings
Bronnen:
Kwartaalblad De Mulder, 2003-nr 87; Regionaal Archief Tilburg, Collectie dag- en weekbladen; Druk in Baarle 1906-2006 – 100 jaar Drukkerij Em. De Jong; Beeldbank Heemkring Molenheide; Archief Heemkring Molenheide.