Een groot verlies voor zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen en overige familie. Maar ook voor ons, leden en bestuur van Heemkring Molenheide is het nog nauwelijks voor te stellen dat hij er niet meer is.
Op een heel natuurlijke manier was hij een autoriteit binnen de vereniging. Hij stond altijd klaar om anderen te helpen en gaf wijze raad aan iedereen die daarom vroeg. Hij wist anderen te stimuleren en stond – ook op hoge leeftijd – open voor nieuwe ontwikkelingen. Hij hield van opbouwende kritiek. In zijn periode als gemeente-secretaris was hij het die veelvuldig het corrigerende potlood hanteerde; als medeauteur van vele heemkringpublicaties spoorde hij anderen aan om ook zijn teksten ‘aan te pakken’ en samen tot een zo leesbaar en goed mogelijk product te komen.
Zijn lijst van verdiensten voor de heemkring is groot en divers. Zo was hij enkele jaren voorzitter van de beheerscommissie, die bij de ingebruikname van het pand aan de Nieuwstraat de contacten met externe partners in goede banen leidde. Ook op genealogisch gebied was hij actief. Hij deed veel stamboomonderzoek en zijn deskundigheid (onder andere op het gebied van oud schrift) maakte dat hij een vraagbaak voor velen was.
Maar zijn belangrijkste verdiensten lagen op het vlak van geschiedschrijving en onderzoek. In 1998 kreeg hij hiervoor het zilveren draaginsigne van Brabants Heem uitgereikt. Talloze uren bracht hij in gemeentelijke, regionale of Rijksarchieven door. Lang voordat er een heemkring bestond, zocht hij in zijn vrije tijd de archieven in de kelder van het gemeentehuis al op om de ontwikkelingen van de gemeente in de verschillende burgemeestersperiodes te boek te stellen.
Van 1988 tot 1999 was hij lid van de redactie van kwartaalblad ‘De Mulder’ en ook daarna schreef hij nog regelmatig artikelen voor dit blad. Hij werkte mee aan meerdere boeken over de geschiedenis van de vier dorpen. Zo realiseerde hij bijvoorbeeld samen met anderen in de Historische Werkgroep Gilze het boek ‘Duizend jaar Gilze’ (1992) en in de Historische Werkgroep Rijen het boek ‘Rijen – Ontstaan, Groei, Ontwikkeling’ (2004).
De laatste werkgroep waarin hij zitting nam, was die van de Canon van Gilze en Rijen. Gevraagd als adviseur kon hij het niet laten om nog een en ander na te zoeken en op papier te zetten. Zelfs vanuit het ziekenhuis liet hij enkele weken geleden nog weten, dat hij zou proberen om er de eerstvolgende werkgroepvergadering weer bij te zijn. Maar zekerheid kon hij niet geven. Het herstel wilde niet echt vlotten.
We wisten dat Adriaan ernstig ziek was. Toch kwam zijn overlijden nog onverwacht snel. ‘Het ga je goed’, zei Adriaan steevast als hij na het bijwonen van een vergadering afscheid nam. Die welgemeende groet van een vriendelijk mens is niet het enige wat we zullen missen. Adriaan heeft met zijn deskundigheid en zijn innemende en menselijke persoonlijkheid een belangrijk stempel op de heemkring gedrukt. En die plaats zullen wij hem in gedachten altijd blijven geven.
We leven mee met zijn vrouw Ria, zijn kinderen en kleinkinderen die zonder hem verder moeten. Wij wensen hen heel veel sterkte.
Bestuur en leden Heemkring Molenheide